Ellis Island
Geef me uw uitgeputten, uw armen
Uw krioelende massa’s smachtend naar vrijheid
Het afval dat wemelt aan uw kusten
Zend ze, de daklozen, de drenkelingen, tot mij
Ik hef mijn lamp, naast de gouden deur.
Emma Lazarus, New Colossus (vertaling: A. Jaeggi)
In de voorstelling Ellis Island wordt het publiek meegenomen naar het eiland voor de kust van New York waar tussen 1892 en 1954 de Amerikaanse immigratiedienst zo'n 12 miljoen migranten 'verwerkte’. Op dit eiland kregen zij een nieuwe naam, bevielen buitenlandse vrouwen van hun Amerikaanse kinderen, waren alleenstaande meisjes naarstig op zoek naar een echtgenoot en aten volwassen mannen voor het eerst in hun leven bananen..
Ellis Island was een soort fabriek voor het produceren van dé Amerikaan. Je stopte er aan de ene kant een Ier of een Oekraïense jood in, en aan de andere kant kwam er, na desinfectie, psychologische testen en vaccinatie, een Amerikaan uit.
Het publiek beleeft de beslissende uren van een migrant op de drempel naar een beter bestaan. Verhalen van moed en angst, vernederende onderzoeken en ingewikkelde inburgeringcursussen. Met groteske poppen, bizarre installaties en indringende miniaturen wordt ingezoomd op migratie van toen en nu
Ellis Island ging op 5 november 2010 in Theater Bellevue in premiere.
Credits
Meike van den Akker en Marlyn Coetsier belichten alle aspecten van de verwarring van de verschillende karakters tot in de kleinste details. Moeiteloos veranderen ze hun accent, ruilen ze poppen en bespreken ze de moeilijke aspecten van de immigratie van vroeger en nu. Vreugde en verdriet wisselen elkaar af, maar gelukkig overwint uiteindelijk de hoop.
Het toneelstuk [is] een plezier om naar te kijken. Als publiek krijg je zelf ook het gevoel op een schip te zijn, de depressieve sfeer raakt je. Wanneer de Oekraïense jood voor het eerst van zijn leven een banaan eet, ben je hem heel even en bedenk je je dat een banaan nog nooit zo verrukkelijk heeft gesmaakt.
Het heden dringt zich als vanzelf op: de retoriek en de tragiek van toen zijn ruim vijftig jaar na dato nog steeds pijnlijk actueel.
De poppenspeelsters rennen van pop naar pop. Of liever: van mens naar mens. Want binnen no-time ben je vergeten dat je naar poppen kijkt en leef je helemaal met ze mee.